— 232 —
niet andcrs, dan Honig, en Kruidgewas, drinken Quas en Water,
wasschen in de Badstoven de sonden, in de voorgaande week
bedreven, weer af on doen zich van do Priesters zegenon. In
de volgende weken eton de genen, die yverig en aandachtig
wdlen scliijnen. ook geen viscli, behalven des Sondags. De
tweede grote vasten heeft sijn begin een week na Pingster.
en duurt tot aan 't eincle van Junius. De darde begint
met d'eerste van Augustus, en eincligt na verloop van twee
weken. De vierde en leste vasten beeft zijn begin op de twaelfde
van November, en duurt tot aan Karsdag. In de grote vasten.
als zy biecbten sullen, kopen zy enige vogels, en laten de zelfden
weer vry en los in de lucbt vliegen, op vertrouwen dat
God hen ook van bun sonden sal verlossen.
De Russcben acbten debiecht nootsakelijk tot versoening met
God; en de zelfde moet voor de genieting van 't Avontmael geschieden.
Aan yder staat vry te biecbten. en 't Avontmael te
houden als by wil. Maar dit geschied gemenelijk omtrent Paasschen,
en ten meestendeel op Vrydag te voren, daar op zy dan
des Zaterdags bet Avontmaal ontfangen. Sy moeten. acbt dagen
voor de biecbt, bun lichaem met bard te vasten tucbtigen, nuttigen
niets, dan hart broot tot hun spijs, en quas, en schraal bier
tot hun drank, die zo zuur is, dat by krimping in de darmcn
veroorsaakt. De biecht geschiet voor de Priester in 't midden
van de Kcrk, onder 4 gewelf. De geen, die zich biecht, moet
zijn ogen op een Bceldt, dat daar gestclt is, gevest houden, alle
sijn sonden, die hem bekent zijn, verhalen, en beloven een beter
leven te leiden. Hier op word by van de Priester vry gesproken,
die hem naar de grootbeit sijner sonde tot boete oplegt een tijt
lang te vasten, zich zu veel hondert, of duisent malen voor een
heilig Bcelt te buigen, sich voor enige tijt van hun wijf t'ontbouden
(zeker, een zware boete. volgens hun hete aart; ofeenwijl
tijts de Kerk niet te betreden, maar buiten de deur te blijven;
en indien deze boete noch niet genoech is, zo moeten sy sich met
bet gewijd water wasschen, 't welk op drie Koningen dag (gelijk
wy bredelijk verhaalt hebben) gewijd, eu gescbept is, en in de
Kerk tot diergclijk gebruik bewaart word, daar men 't dan
voor gelt van de Priesters moet kopen.
Wat bet Avontmaal aangaat, bet selfde moet in geen Vleeschmaar
Vischdagen genoten worden. Zy gebruikcn hot op dese
volgende wijze. Zy doen Broot, Wijn en Water te samen. Het
Стр.1
— 233 —
Broot, dat zy daar toe gobruiken, moet gezuurt, en van eon
Priesters Gemalin gebackeu wesen. Dit word op witte Donderdag,
gelijk ook in de zelfde dag, daar in zy 't gebruiken sullen,
gezegent. Dat van de witte Donderdag is voor de kranken, en
word op dese wijse geliandelt. Zy nemen een stukje Broot.
oratrent zo || (170) groot als twee Rljksdaalders, daar in
"t midden een gekruiste Christus staet. ]Nien zingt bier over
Agnus Dei, en spreekt 'er de zegen over. Daar na word bet
middelste van dit Broot, op "t welk bet Kruis staat, uitgesteken
en aan stucken gesneden. en in een houte Vatduif gelegt, en
boven d'Autaar opgebangen, op dat de muizen, of eenige onreinigbeit
niet daar aan zou komen. Indien iemant
in dit daar
krank word, en "t Avontmaal ylings begeert, zo word een stukje
van zulk gezegent Broot uit bet boute Vatduif geuomon, daar
men drie druppelen rode Wijn op druipt, en dat men in do
Kelk legt. Somtijts giet men een woinig water daar by, en
somtijts niet, naar dat de krankc bet zelfde kan gebruiken;
"t welk bem met een lepel toegereikt word: J a somtijts, als de
kranken geen broot in kan krijgen, geven zy bem niet andcrs;
dau een weinig Wijn. Maar als men, in d'openbare gemeenscbap,
den gezonden in de Kerk bet Avontmaal toereikt, zo nemen zy
een klein rout Brootje, zo groot als een Rijksdaalder, 't welk
van gestalte als bet voorgaande is. en uitgesneden word. Zy
breken bier af zo veel stukjes, als ;er zijn. die bet Avontmaal
sullen nuttigen, brocken bet in rode Wijn, en in laau Water;
want sy seggen dat bet bloet en water, 't welk uit Christus
zijde gevloten is, sonder twijffel nocb warm is geweest. Zy
zegenen dit Broot, en geloven daar beneftens (gelijk de genen van
de Roomscbe Kerk) dat dit Broot, en deze Wijn warelijk in
Christus Vleescb on Bloet verandert. Zy geven 't den genen,
die 't nuttigen sullen, met een lepel in, en seggen daar beneffens:
Dit is Gb r is t us w a e r acb t ig V 1 ee scb en Bloet.
dat voor u, en voor veel en ge geven word, to t vcrgevin
g uwer zonden, :t welk gy. zo dikwil s al s gy
bet z u 11 nemen, to t Christu s gedac h t enis zu 11
do en. God zegen u. Enige Russcben, en voomamelijk de
genen. die zicli voor oprecht en vroom uitgeven, bet Avontmaal
ontfangen hebbende, begeven zich tot de gebele dag te slapen,
om van gelegentbeit tot zondigen bevrijd te zijn. In de volgende
Zondag ontfangen zy van de Priester in de Kerk, ook
Стр.2
— 234 —
eeri stukje van 't gcwijd broot, daar hot middelstok, of kruis
uitgesneden is, 't welk zy eten, en dat, gelijk zy voorwenden,
ecn gave en teken van de gemene Christelijke liefde onder hen
betekent. Zy geven ook icts van 4 Avontmaal aan de kleine
kranke Kinderen: maar aan de gcnen, die over de seven jaren
out zijn, word bet volkomentlijk toegereikt; want zy seggen
dat de menscb na sijn sevende jaar begint to sondigen.
De genen, die sich met eedzweeren besondigt. een cloodtsl.i.L;
begaan, on sich niet gebiecht, of onige andoro grove sondon bedroven
liebben, nuttigon niet bet beilig Avontmaal,. dan als zy
in hun uitterste leggen te zieltogen. Aan de kranken, die buiten
alio hoop van leven zijn, reiken zy bet Avontmaal too, gelijk
ook bet lestc Oliesel: en dan mag do kranke geen meer geneesmiddelen
gebruiken, maar God alleon voor hem laten zorgen.
Sy geven dan ook niet meer aan hem t'eten, 't en waar by
ogonschijnlijk woor zodanige krachten verkreeg, dat men weer
zokere hoop tot zijn gesontwording schepte. Voorts, enige rijke
licden, op hun ziekbedde leggende, en van hun leven wanhopcndo,
gebruiken bet heilig Avontmaal, en, daar op d'ordening
on stant van Monik aannemcnde, doen zich scheren, mot salven
in- || (171) wyen, en sich in Moniks gewaad leggen. De genon,
die soodanig Seraphynsch kleed (gelijk sy 't noemen) aangcnomen
en aangedaan heeft, moot in acht dagen geen geneesmiddelen,
noch spijs gebruiken: want sy seggen dat by dan in
d'ordening en staat dor Engelcn is: en indien soodanige kranke,
tegen yders hoop, л еег genesen, on gesont word, zo moot by
sijn belofte voldoen, sich van sijn Echtgenoot schoiden, en sijn
leven in een Klooster verslijten.
In de Korken zijn een grote menigte van Beelden, die aan
de wanden hangen; en de voornaamsten daar af zijn die van de
Heer Christus, van Maria, en van S. Nikolaas, die sy voor hun
Voorstander plachten te achten. Yder heeft
in do Kerk zijn
oige Beelt, voor 4 welk by sijn gebeden doet, en dat, naar
"t vermogen van de Meester, somtijts met gout en parrelen
verciert is. Als iemant zo groffelijk gesondigt heeft, dat by
bannenswaerdig is, zo word sijn Beelt ook uit de Kerk gedaan;
"t welk by dan voortaan in huis moot gebruiken, zonder bet
selfde weer in de Kerk te mogen brengen. Zy bebbon niet
alleenlijk hun Beelden in de Korken, maar ook in hun lluisen,
Stoven en Kamers, en hebben, in hun gebeden, hun ogen stcets
Стр.3
— 235 —
claar op gevest. Als sy bidden willen, stekeu sy eon of twee
lichten aan, en placken de zelfden voor het Beelt vast, daar
uit dikwijls brant ontstaat, als sy vergeten het licht uit te doen.
D'een Rusch, in 4 liuis van een ander Ruscb komende, geeft
eerst aan sijn God d'eer, en bid sijn Gospodi. Want als liy;
als een stomme intredende, siet om naar eenig Beelt, dat gemeenlijk
aan de want hangt; en indien by 'er geen vind, zo vraagt
liv aan de gonen, die in huis zijn. op "er niet een God is, en
zo baast hem enig Beelt aangewesen word, neigt by sich daar
voor, en zegcnt zicb. Daar na kecrt by sich tot de genen, die
in huis zijn, spreekt ben aan, en verricbt sijn saken.
De Russcben bebben in bun Kerken noch stoelen nocb banken:
want zy moeten al staende, of nedergeknielt, of ter aerde leggende,
en niet sittende, bun gebeden en Godsdienst verricbten. Sy
willen geen Orgels nocb andere gereetschappen van Masijk in
bun Kerken lijden, en seggen dat die dingen, die geen leven
bebben, God niet konnen loven; en als men ben op de Psalmen,
on op Davids voorbeelt wijst, zo zeggen zy, dat sulks wel in
"t Onde, maar niet in "t Nieuwe Testament gebruikelijk beeft
geweest. Sy bebben echler de Musijk in bun buisen, en bycenkoomsten
geleden. Maar dewijl zy in de Kabacken en Kroegeu,
gelljk ook op de straten de selfde tot alle ontucht en geylheit
gebruikten, zo dee, omtrent vijfeutwintig jaren geleden, de Patriarch
alle de Musijkinstrumenten der Kabaksspeelders, die
men op de straet bejegende, aan stucken slaan, en daar na den
Russcben de Musijkinstrumenten verbieden, en wel vijf wagens
\ol uit de buisen balen, die hy over de Rivier de Muskua dee
voeren, en daar yerbranden. Docb men vindt nu nocb by veele
Grooten, Liefbebbers van de Musijck, en die Poolscbe Musikanten
bebben, die baer op verscheide Instrumenten leeren
speelen, en oock singen.
II (172) Tweeenveertigste Hooft-stuk.
Wederlegging van de dwalingen der Eusscheu in hun Godsdieust, door
zeker autentijk geschrift aan de Patriarch of Aartsvader overgelevertDus
verrc van de Godsdienst, en de Kerkplicbten der Russcben,
daar wy, tot wedeiiegging van bun dwalingen, een
authentijk geschrift by sullen voegen, 4 welk eertijts door de
Стр.4
— 236 —
Hofprediker van do Heer Graaf Woldemar is ingestelt, gelijk
het selfde, als een besonder AVerk, aan my medegedoelt is: dewijl
daar ui( de meeste en gewichtigste Geloofstuckon van do
Godsdienst dor Russclien begrcpen konneii worden. Dit Geschrift
dan is van dese inhoud.
[172 — 192. Antwoort aan losopli etc.]
Drieenveertighste Hooft-stuk.
Vcrliael van de valsclie Demetrius, die, zich tot Grootvorst van Moskovien
opgeworpen hebbende, groote verwarringen veroorzaekt, deze heerschappy
inneemt, en daar nae, met veel anderen gedoodt word.
Wy zulloii liier, als tot oon toegift, noch dit volgende verhaol
van zeker valsclie Demetrius, zich in 't jaar 1605. tot
Grootvorst van Moskovien opgeworpon hebbendo, vortonon.
gr-lijck hier volght:
In deze groote heerschappy van Moskovien, badde vierenvijftig
jarcn tyrannighlijk geregeert eeiien Grootvorst, J o ban
Bazilowit s genoemt, dien den zoone Tbeodor I vanow i ts
gesuccedeert beeft, Anno 1584, eon slccbt eenvoudigb Vorst.
die gebeel geregeert werdt by sijn Huysvrouws breeder
B o r i s F e o d o r o w i t s G o d o v o t s; en desen T b e od o r badde
eenen Jongen breeder Demetriu s [vanowits . die men
scydc dat eenige Edelen, vreesende do regeeringe van Boris
Feodorowits , souden wegb gestoolen, ende eenen anderen
-Jongen in stede van hem, ende hem gelyck doodt vertoont
hebben; dan den doot van dien jongen Demetrius I vanowits,
wierde Boris 1| (193) Feodorowit s
toegescbreven.
Als nu T b e o d o r e I v a n o \v i t s, twaelf a dertien
jaeren geregeert hadde, is by gestorven sender kinderen, Anno
1597, na wiens doodt geen kinderen voor handen waren, heeft
hem den Regent en Groot Vorstinnen breeder. Boni s Feod
o r o w i t s. hem selven Grootvorst gemaeckt, versteeckende
alio andere Heeren van den bloede, ende tot dit Jaer 1005,
redelijcken wel regeerende. Daer en tusschen begon in Poleu
opentlijck uytgegeven te werden, dat dese Demetrius voorsz.
die gestoolen was geweest, en gevoert in Polen, daer opgebracht
by den Heer P a 1 a t i n v a n S a n d o in i r s, mde by de Jesuiten
ilen rechten zone ende breeder was van den afgestorven Groot
Стр.5